Mijn 6-jarige vroeg haar juf: ‘Mag mama in plaats daarvan met papa naar Donuts? Ze doet toch al die vaderdingen.’
Ryan was altijd een goed mens. Stabiel, loyaal, hardwerkend. En toen onze dochter Susie geboren werd, gingen we in eerste instantie rollen vervullen die logisch waren.
Hij werkte lange uren bij het bedrijf. Ik werkte op afstand en liet Susie vaak op mijn knie wiegen tijdens vergaderingen. Ik werd degene die alles regelde: de doktersafspraken, de bedtijdroutines, de geschaafde knieën, precies zoals Susie haar appels graag in plakjes had. Hij hielp af en toe – met de hond, misschien. Ik overtuigde mezelf ervan dat het wel goed zou komen.
Maar dat gebeurde niet. Terwijl ik op mijn werk de ladder beklom, hield ik tegelijkertijd het huishouden bij elkaar, met strakgespannen draden. De onzichtbare arbeid die zich opstapelde – schoolreisjes, lunches, verloren sokken, verjaardags-RSVP’s – zat allemaal in mijn hoofd opgeslagen, constant rennend als een eindeloze checklist.
Ryan had niet de bedoeling om zo op me te rekenen. Hij deed het gewoon. En ik liet het toe.
Elke keer dat ik het ter sprake bracht, waren zijn antwoorden hetzelfde.

“Ik help je dit weekend, dat beloof ik.”
“Herinner me er nog even aan, schat.”
“Ik snap niet hoe je het allemaal doet.”
LEES VERDER OP DE VOLGENDE PAGINA 🥰
