De reparateur van de wasmachine gaf me een briefje, maar het ging helemaal niet over mij

Het begon met iets zo gewoons dat ik er nauwelijks bij stilstond: mijn wasmachine begon te lekken. Geïrriteerd maar pragmatisch belde ik een reparatieservice. Een jonge monteur kwam langs, repareerde het probleem in een mum van tijd en pakte zijn gereedschap in. Ik bedankte hem, betaalde en begeleidde hem naar de deur.

Toen veranderde alles.

Net toen hij de drempel bereikte, kleurden zijn wangen rood en stak hij een klein gevouwen briefje naar me uit. Ik aarzelde even voordat ik het opende, denkend dat het misschien een bonnetje was dat ik vergeten was. In plaats daarvan stond er: “Bel me alsjeblieft. Het gaat over iemand die je kent.”

Mijn eerste reactie? Vreemd. Zo vreemd zelfs dat ik het bijna in de prullenbak gooide. Maar iets aan de jongeman – zijn neergeslagen ogen, de trillingen in zijn vingers – deed me stilstaan. Hij heette Ruben, rond de vijfentwintig, rustig en respectvol. Hij leek me niet het type om cryptische briefjes te geven aan een grijzende vrouw in comfortabele kleding, omringd door ongelijke sokken.

Een telefoontje dat mijn wereld op zijn kop zette
De volgende ochtend won mijn nieuwsgierigheid het van mijn aarzeling en draaide ik het nummer. Ruben nam meteen op.

“Hallo, ik ben… de wasmachinemevrouw,” zei ik, plotseling verlegen.

Hij haalde diep adem. “Bedankt voor het bellen. Ik wist niet hoe ik dit anders moest aanpakken. Eh… ken je iemand die Felix Deren heet?”

Toen ik die naam hoorde, voelde het alsof iemand de lucht uit mijn longen had gezogen. Ik liet me op de bank vallen.

Felix, mijn ex-man.

We hadden al zeven jaar niet meer gesproken, niet sinds onze moeizame scheiding. Hij was ergens in het westen verdwenen, en omdat we geen kinderen of bezittingen hadden die ons aan elkaar verbonden, werd de stilte alleen maar grimmiger. Iedereen zei dat ik beter af was. Toch was er een tijd dat ik geloofde dat hij de maan ophing.

meer op de volgende pagina