Bereid de appels voor:
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in dunne plakjes of kleine stukjes, naar wens.
Je kunt ze besprenkelen met een beetje citroensap om verkleuring te voorkomen 🍋.
Voor de cakebodem:
klop de eieren en suiker tot het mengsel bleek en schuimig is.
Voeg vervolgens de gesmolten boter en vanille toe voor een gladde, romige textuur.
Voeg de droge ingrediënten toe:
zeef de bloem, het bakpoeder en het zout en voeg ze geleidelijk toe aan het mengsel.
Meng voorzichtig tot een glad beslag zonder klontjes.
Voeg de appels toe:
bewaar een paar plakjes voor de garnering en voeg de rest toe aan het beslag.
Meng voorzichtig om de appels gelijkmatig te verdelen.
Gieten en bakken:
Giet het beslag in een ingevette en met bloem bestoven bakvorm.
Schik de achtergehouden appelschijfjes er in een rozetpatroon op voor een mooie afwerking.
Bak 35 tot 40 minuten op 180 °C (voorverwarmde oven) , of tot een satéprikker er schoon uitkomt als je hem in het midden steekt.
Laat afkoelen:
Laat de cake 10 minuten rusten voordat je hem uit de vorm haalt om te voorkomen dat hij breekt.
Serveer warm of op kamertemperatuur, met een beetje poedersuiker.
