Een gewone melding met een ondenkbare betekenis

Buiten verliep de middag met een gênante normaliteit. Mensen lachten, het verkeer stroomde door en de lucht bleef kalm blauw.

Ik zat in mijn auto en staarde naar het stuur, me realiserend dat zekerheid zonder een geluid te maken kan wankelen. Misschien had de medewerker zich vergist.

Misschien had verdriet mijn angst aangescherpt tot iets theatraals. Of misschien was de waarheid helemaal niet dramatisch, maar gewoon onafgemaakt.

Mijn vrouw was er altijd van overtuigd dat sommige deuren niet sluiten wanneer we denken van wel, dat het leven echo’s achterlaat wanneer we er geen aandacht aan besteden.

Die avond zocht ik geen uitleg. In plaats daarvan opende ik oude berichten, las ik aantekeningen die ze op boodschappenlijstjes had achtergelaten opnieuw en luisterde ik naar voicemails die ik zonder reden had bewaard.

De beschuldiging was er nog steeds, onveranderd, maar het voelde niet langer als een aanklacht. Het voelde als een vraag. Toen begreep ik dat afsluiting geen afgesloten doos is waar je dingen in stopt; het is een keuze die je elke dag opnieuw maakt.

Of de winkelbediende nu gelijk had of niet, dat was minder belangrijk dan dit: liefde verdwijnt niet volgens een vast schema.

Soms blijft het hangen, soms schrikt het je op, en soms herinnert het je eraan dat het verhaal waarvan je dacht dat het afgelopen was, misschien gewoon een andere manier van spreken aan het leren is.