Stap 1: Bereid de varkenskoteletten voor
Kruid de bloem : Doe de bloem, paprikapoeder, knoflookpoeder, uienpoeder, zout en zwarte peper in een grote kom. Meng goed voor een gelijkmatige kruiding.
Bereid het eimengsel voor : Klop in een aparte kom de eieren en de melk glad.
Paneer de varkenskarbonades : Haal elke varkenskarbonade door de gekruide bloem, zorg ervoor dat hij goed bedekt is. Schud de overtollige bloem eraf en dip elke karbonade vervolgens in het eimengsel. Haal de varkenskarbonades tot slot nogmaals door de bloem voor een dubbele laag.
Stap 2: Bak de varkenskoteletten
Verhit de olie : Verhit in een grote koekenpan ongeveer 0,5 cm plantaardige olie op middelhoog vuur. De olie moet heet zijn, maar niet roken (ongeveer 175 °C).
Bak de varkenskoteletten : Leg de varkenskoteletten voorzichtig in de koekenpan, zorg ervoor dat de pan niet te vol is. Bak ze ongeveer 3-4 minuten aan elke kant, of tot ze goudbruin en knapperig zijn. De kerntemperatuur moet 63 °C bereiken.
Laat de varkenskoteletten uitlekken : Haal de varkenskoteletten uit de koekenpan en leg ze op een bord met keukenpapier om het overtollige vet te absorberen. Houd ze warm terwijl je de jus klaarmaakt.
Stap 3: Maak de spekjus
Bak het spek : Verhit een schone koekenpan en bak het gehakte spek op middelhoog vuur tot het knapperig is. Haal de spekjes met een schuimspaan uit de pan en zet ze apart. Laat ongeveer 3 eetlepels spekvet in de pan achter.
Maak een roux : Voeg 3 eetlepels bloem toe aan het spekvet en roer continu gedurende 2-3 minuten tot het mengsel glad en goudbruin is. Dit is de basis voor je jus.
Voeg de melk toe : Klop de melk er geleidelijk doorheen en zorg ervoor dat er geen klontjes ontstaan. Blijf roeren tot de saus dikker wordt, ongeveer 5-7 minuten.
Kruiden en afmaken : Voeg zout en peper naar smaak toe en roer vervolgens de gebakken spekjes erdoor. Zodra de jus de gewenste consistentie heeft bereikt, haal je hem van het vuur.