BereidingĀ š©āš³
- Deeg maken:Ā Meng bloem, suiker, vanillesuiker en zout in een kom. Voeg de blokjes koude boter toe en wrijf dit met je vingers tot een kruimelig deeg. Voeg het ei toe en kneed kort tot een samenhangend deeg. Wikkel in folie en laat 30 minuten rusten in de koelkast.
- Appels voorbereiden:Ā Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in dunne plakjes. Meng met kaneel (en rozijnen, als je die gebruikt).
- Bodem bekleden:Ā Vet een springvorm (24 cm) in. Rol ā van het deeg uit en bekleed de bodem en randen. Strooi een dun laagje paneermeel of beschuitkruimels over de bodem tegen het vocht.
- Vullen:Ā Verdeel de appelstukjes gelijkmatig over de bodem.
- Bovenkant:Ā Rol het resterende deeg uit en snijd stroken. Leg deze kruislings over de appels voor een mooi raster.
- Bakken:Ā Bak de taart in een voorverwarmde oven op 180 °C (boven-/onderwarmte) in ca. 55ā60 minuten goudbruin en gaar.
- Afkoelen:Ā Laat de taart iets afkoelen voordat je hem aansnijdt, zo blijft hij mooi stevig.
TipsĀ š”
- Serveer met een toef slagroom of een bolletje vanille-ijs voor extra verwennerij.
- Varieer met soorten appels: gebruik een mix van zoete en lichtzure appels voor meer diepte in de smaak.
- Voor een extra knapperige korst: bestrijk de deegstroken voor het bakken met losgeklopt ei.
ConclusieĀ āØ
Deze appeltaart is knapperig van buiten en zacht, zoet en fruitig van binnen.
Het is een klassieker die altijd lukt en iedereen blij maakt.
Of je hem nu serveert bij een feestje, een gezellige zondagmiddag of gewoon als traktatie voor jezelf ā
dit recept is een blijver!
