We werkten urenlang, stap voor stap maakten we zijn auto los en maakten we het pad naar zijn voordeur vrij. Toen we klaar waren, ging de zon net onder en waren we allebei volkomen uitgeput.
De volgende ochtend werd er op mijn deur geklopt. Tom stond daar, zijn gewicht van de ene voet naar de andere verplaatsend, waardoor zijn dure schoenen kraakten.
“Ik ben je mijn excuses verschuldigd,” zei hij. “Ik was een idioot. Je hoefde me gisteren niet te helpen, maar je hebt het wel gedaan.” Hij drukte een envelop in mijn hand. “Dit is als bedankje… en om het goed te maken.”

Er zaten 5.000 dollarbiljetten van honderd dollar in.
“Dit is voor je auto,” legde hij snel uit. “Laat hem repareren – of koop een nieuwe als je dat liever wilt. Beschouw dit als een steuntje in de rug. En… het spijt me wat ik zei. Dat je hier niet thuishoort.”
Ik keek naar het geld en daarna naar de oude limousine van mijn vader die op de oprit geparkeerd stond.
“Bedankt, Tom,” zei ik, terwijl ik de envelop in mijn zak stopte. “Ik denk dat ik precies weet wat ik ermee ga doen.”
Een week later schitterde mijn oude sedan in nieuwe glorie met een nieuwe laklaag, nieuwe banden en een volledig gereviseerde motor. Hij viel nu nog meer op als een perfect gerestaureerde klassieker tussen de moderne luxe auto’s.
Telkens als ik Tom ernaar zag kijken, gaf ik extra veel gas. Soms knikte hij zelfs met tegenzin goedkeurend.
Soms is de beste wraak helemaal geen wraak.
