Oven voorverwarmen: Verwarm de oven op 180°C (boven- en onderwarmte).
Vet een muffinvorm in of gebruik kleine taartvormpjes.
Appelvulling maken: Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd in kleine blokjes.
Meng met suiker, kaneel, citroensap en eventueel maïzena.
Bak de appelstukjes kort in een pan met boter tot ze iets zachter worden (ongeveer 5 minuten). Laat afkoelen.
Deeg voorbereiden: Rol het deeg uit en steek rondjes uit die groot genoeg zijn om de muffinvormpjes te bekleden.
Druk het deeg voorzichtig in de vormpjes.
Vullen: Schep de appelvulling in de deegbakjes.
Wil je een mooi effect? Leg er kleine reepjes deeg kruislings overheen voor een klassiek rasterpatroon.
Bestrijken: Bestrijk het deeg met eidooier voor een glanzende, goudbruine kleur.
Bakken: Bak de mini appeltaartjes 20–25 minuten tot ze goudbruin en krokant zijn.
Serveren: Laat 10 minuten afkoelen, bestrooi met poedersuiker en serveer warm of op kamertemperatuur. 🍎
