Voorbereiding (Actieve tijd: 10 minuten)
1. Voorbereiding:
Verwarm de oven voor op 200 °C boven- en onderwarmte (180 °C heteluchtoven).
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Schil de appels, snijd ze in kwarten, verwijder de klokhuisjes en snijd ze in dunne partjes of kleine blokjes. Meng ze direct met het citroensap om verkleuring te voorkomen.
2. Bereid de vulling voor:
Meng in een kleine kom de bruine suiker, kaneel en gemalen kruidnagel door elkaar.
Rol het bladerdeeg uit op een licht met bloem bestoven oppervlak tot een rechthoek (ongeveer 30 x 40 cm).
3. Uitsmeren, bedekken en oprollen:
Bestrijk het gehele deegoppervlak dun met de zachte of gesmolten boter.
Bestrooi het kaneel-suikermengsel er gelijkmatig overheen.
Verdeel de voorbereide appelstukjes gelijkmatig over het deeg.
Rol het deeg nu vanaf de langere zijde strak op tot een rol.
4. Snijd de slakken in stukjes en bak ze:
Snijd de rol met een scherp mes in plakken van ongeveer 2-3 cm dik.
Leg de appelslakken op de voorbereide bakplaat met de snijkant naar boven. Druk ze voorzichtig plat.
Bak de slakken 12-15 minuten in een voorverwarmde oven tot ze goudbruin en knapperig zijn.
5. Afronding:
Haal de bakplaat uit de oven en laat de slakken 5 minuten afkoelen.
Bestrooi ze royaal met poedersuiker met behulp van een zeef.
