Zo maak je ze stap voor stap
1. Meng de droge ingrediënten
Begin met het samenvoegen van de bloem en de poedersuiker in een grote kom. Dit zorgt ervoor dat alles gelijkmatig verdeeld is en dat je deeg later mooi zacht wordt.
2. Voeg de boter toe
Doe de zachte boter bij het mengsel en wrijf het met je vingertoppen tot een zanderige textuur ontstaat. Dit is een typische methode voor shortbread: je mengt de boter voorzichtig zonder te kneden, zodat de koekjes straks die fijne crumble krijgen.
3. Voeg het ei en de vanille toe
Meng het ei door het deeg en voeg eventueel vanille-extract toe voor extra aroma. Kneed vervolgens kort door totdat je een gladde deegbal hebt. Kneed niet te lang, want dan worden de koekjes harder.
4. Laat het deeg rusten
Wikkel de deegbal in huishoudfolie en leg hem minstens 30 minuten in de koelkast. Door het koelen wordt het deeg steviger en blijft de vorm van de koekjes mooi tijdens het bakken.
5. Uitrollen en vormen
Verwarm de oven voor op 180°C. Rol het deeg uit tot ongeveer 5 mm dikte en gebruik leuke vormpjes naar keuze. Van klassiek rond tot kerstfiguren — alles kan!
6. Bakken
Leg de koekjes op een bakplaat met bakpapier en bak ze 10–12 minuten. Ze moeten licht goudbruin zijn, niet donker. Laat ze volledig afkoelen, zodat ze stevig worden.
7. Afwerken
Bestrooi met poedersuiker voor een elegante, feestelijke afwerking.
Tips & bewaren
Voeg een snufje fleur de sel of citroenrasp toe voor een verfijnde smaak.
Bewaar de koekjes in een metalen doos; ze blijven tot 10 dagen krokant en vers.
Deze shortbread koekjes zijn een perfect voorbeeld van hoe simpelheid soms de beste smaak oplevert. Veel bakplezier! 🍪✨
