De textuur zegt veel over de kwaliteit van de noedels. Gebruik je tastzin als je bún op de markt koopt. Als de strengen er te glanzend uitzien of te elastisch aanvoelen, zijn ze mogelijk bewerkt met additieven of chemische weekmakers.
Natuurlijke bún is meestal zacht, licht plakkerig en soepel – niet rubberachtig. Het blijft ook niet perfect gescheiden; een beetje klonteren is normaal. Chemisch behandelde noedels zien er daarentegen vaak glad, stevig en onnatuurlijk veerkrachtig uit, zelfs na urenlang staan.
Een snelle tip: druk een paar draadjes zachtjes tussen je vingers. Als ze een beetje aan elkaar plakken, is dat eigenlijk een goed teken – het betekent dat de noedels gemaakt zijn van pure rijst zonder toegevoegde chemicaliën.
3. Let op de geur
Echte bún, gemaakt van rijst, ontwikkelt na een paar uur op kamertemperatuur een lichtzure geur, vooral bij warm weer. Dit is een natuurlijk fermentatieproces.
Als je noedels vindt die urenlang op een warme markt hebben gelegen, maar die nog steeds volkomen neutraal of vreemd genoeg ‘vers’ ruiken, is de kans groot dat ze behandeld zijn met chemische conserveringsmiddelen of zure middelen om bederf te voorkomen.
Vertrouw altijd op uw neus: een lichtzure noot in verse noedels is natuurlijk en ongevaarlijk, maar een sterke chemische geur of onnatuurlijke frisheid moet argwaan wekken.
4. Proef de smaak