Ik dacht dat ik alleen maar kleding doneerde, maar het leven stuurde iets terug waarvan ik niet wist dat ik het nodig had
Toen ik vorig jaar de jurkjes en truitjes van mijn dochter inpakte en gratis online zette, dacht ik dat ik alleen maar aan het opruimen was.
Een vrouw genaamd Nura nam contact op en legde uit dat ze krap bij kas zat en dat haar dochter dringend warme kleren nodig had. Ze zei dat ze de portokosten niet kon betalen, maar dat ze “zodra ze kon betalen”.
Ik scrolde er bijna voorbij. Ik was uitgeput – rouwend om mijn moeder, werkend, proberend mijn leven op orde te houden. Maar iets in haar woorden trok aan me. Dus stuurde ik de doos op en liet hem gaan. Het voelde op dat moment als een klein gebaar, een gebaar waarvan ik niet verwachtte dat ik er ooit nog aan zou denken. Soms geven we zonder te beseffen hoe ver die vriendelijkheid kan reiken.
Bijna een jaar later lag er een pakketje voor mijn deur. Er zaten dezelfde kleine pakjes in – vers gewassen, zorgvuldig opgevouwen – en een handgeschreven bedankbriefje waarin ik haar bedankte voor mijn hulp tijdens haar moeilijkste periode. Ze schreef dat die kleertjes haar kind door de koude nachten heen hadden geholpen en dat ze ze had vastgehouden tot ze sterk genoeg was om ze met dankbaarheid terug te geven.
Onder de kleding ontdekte ik iets waarvan ik niet eens wist dat ik het miste: een klein gehaakt geel eendje uit mijn kindertijd dat per ongeluk in de doos was beland.
