We konden gewoon niet stoppen – oma’s verslavende dessert, het zoetste geheim van onze jeugd.

We konden gewoon niet stoppen – oma’s verslavende dessert, het zoetste geheim van onze jeugd.

Er zijn recepten die helemaal geen recepten zijn, maar herinneringen. Ze ruiken naar zondagen, naar liefde, naar een glimlach die recht uit het hart komt. Oma’s verslavende dessert is zo’n recept. Als ik mijn ogen sluit, zie ik haar nog steeds voor me – de oude blauwe kom die ze alleen voor dit dessert gebruikte, een beetje afgebrokkeld aan de rand, maar blinkend schoon. Ik zie haar met de houten lepel in de kwark roeren, de slagroom kloppen tot er kleine golfjes ontstaan, en daarbij zachtjes neuriën, een oud liedje dat niemand behalve zij kende. En ik zie ons, kinderen – ongeduldig aan tafel zitten, met grote ogen, lepels in de hand, wachtend op het signaal: “Oké, nu mag je het proeven.”

Dit dessert was meer dan zomaar een traktatie voor ons. Het was een ritueel. Het was troost na een lange dag, een beloning voor het afmaken van huiswerk en een klein stukje hemel na een zondagse braadstuk. Toen oma de kom uit de koelkast haalde, daalde er een stilte neer in de kamer. Iedereen wist dat het beste deel nog moest komen. En zelfs als ze zei: “Een klein portie maar”, wisten we allemaal dat er nog een tweede portie zou komen.

De magie van oma’s verslavende dessert schuilt in de eenvoud. Geen ingewikkelde ingrediënten, geen moderne keuken, geen weegschaal die tot op de gram nauwkeurig afmeet. Alleen intuïtie, geduld en liefde. Ze noemde het nooit een ‘dessert’, maar gewoon ‘mijn laagjesroom’. Pas veel later begreep ik waarom we nooit restjes overhielden – omdat je er gewoon niet vanaf kon blijven.

Ik herinner me de geur toen ze de vanille erdoor roerde. Het was die warme, troostende geur die de hele keuken vulde. Vanille, room, een vleugje kers – dat was de essentie van thuis. Oma maakte het dessert nooit met een keukenmachine, maar met de hand. Ze zei altijd: “Als je het roert, moet je nadenken over wie je blij wilt maken.” Ik zweer het, je proefde het.

Vandaag maak ik haar recept precies hetzelfde, alleen pas ik het soms een beetje aan – soms met frambozen, soms met perziken, soms met een scheutje Amaretto als er geen kinderen in de buurt zijn. Maar de kern blijft hetzelfde: kwark, room, vanillesuiker, boterkoekjes. Geen trendy ingrediënten, geen chiazaad, geen eiwitpoeder – gewoon eerlijke ingrediënten, zoals je ze vroeger kende.

De ingrediënten – simpel, maar perfect op elkaar afgestemd
. Voor ongeveer 4-6 porties heb je nodig:

500 g kwark (ik gebruik de variant met 20% vet, omdat die romiger is)
200 ml slagroom, goed gekoeld
2 pakjes vanillesuiker
2 eetlepels suiker (drie als je het zoeter wilt)
1 pot kersen – of mandarijnen, frambozen of aardbeien
1 pakje boterkoekjes of lange vingers
Optioneel: een scheutje Amaretto of advocaat – voor de volwassenen
Alleen al door deze ingrediënten bij elkaar te voegen, weet je dat er iets geweldigs gaat gebeuren. Geen stress, geen “ontbrekende speciale bloem”, geen Thermomix. Gewoon dingen die je in je keukenkastje vindt – en dat is precies het geheim van oma’s kookkunst: eenvoud.

Voorbereiding – zoals oma het vroeger deed

LEES VERDER OP DE VOLGENDE PAGINA 🥰