1. Giststarter maken
Giet de lauwe melk in een kom (let op: niet heet, anders gaat de gist dood).
Voeg de verkruimelde gist, 1 eetlepel suiker en 2 eetlepels bloem toe.
Roer goed door tot er geen klontjes meer zijn en laat het 10 à 15 minuten rusten, tot het mengsel schuimig wordt.
2. Het deeg kneden
Doe in een grote kom de bloem, de rest van de suiker en een snufje zout.
Voeg de giststarter, gesmolten boter en het ei toe.
Kneed alles goed — met de hand of met een keukenmachine — tot je een zacht, elastisch deeg krijgt (ongeveer 8 à 10 minuten).
Het deeg mag niet te plakkerig zijn; voeg indien nodig een beetje extra bloem toe.
3. Eerste rijs
Dek de kom af met een doek en laat het deeg 1 tot 1,5 uur rijzen op een warme plaats, tot het in volume is verdubbeld.
4. Het brood vormen
Bestuif je werkblad licht met bloem en stort het gerezen deeg erop.
Kneed het kort door en vorm het tot een langwerpig brood.
Leg het op een met bakpapier beklede bakplaat en maak met een scherp mes 3 à 4 diagonale inkepingen aan de bovenkant.
5. Tweede rijs
Dek het deeg opnieuw af en laat het 30 minuten rijzen.
Verwarm ondertussen de oven voor op 180 °C.
6. Bakken
Meng de eidooier met 1 eetlepel melk en bestrijk het brood voorzichtig.
Bak het brood 25 tot 30 minuten in de voorverwarmde oven tot het goudbruin en heerlijk geurend is.
7. Afkoelen en serveren
